De laagste prijs
Op de website van Colruyt word je begroet met de boodschap:
Altijd prijs. De laagste.
Al meer dan 40 jaar ben je bij Colruyt zeker van de laagste prijzen in je streek, of ze nu zwart of rood zijn. Zo heb je altijd prijs. De laagste. Van ons. Voor jou.
Het probleem van een methode
Het zijn lange werkdagen. Gemiddeld 8 tot 9 uur per dag achter mijn computer om digitale lessen te maken. Ook in het weekend! Filmpjes opnemen, stap voor stap handleidingen uitschrijven. Antwoorden op de vragen die op het forum worden gesteld, ...
Tussendoor de bedrijven bellen waar de studenten stage lopen en inloggen op hun digitale platformen zoals Teams om aan 'sprint' -sessies deel te nemen.
Studenten persoonlijk contacteren om ze een hart onder de riem te steken. Maar ook klachten van studenten behandelen. Klachten die de studenten naar de ombudsdienst sturen. De ombudsdienst stuurt die dan naar de leidinggevenden, de 'grote' bazen, en naar jou, de vakgroepverantwoordelijke. Op het eerste moment zakt de moed je in de schoenen en wil je er de brui aangeven.
Maar je neemt contact op met de leidinggevenden en de collega's om te overleggen wat we met de klacht moeten doen. En geleidelijk aan besef je dat heel wat opmerkingen terecht zijn. Samen met de collega's pas je de digitale manier van werken aan om zo aan de vragen van de studenten tegemoet te komen. En de bazen beloven dat ze volgend schooljaar sommige zaken anders zullen aanpakken.
En alhoewel je hebt moeten toegeven dat je verkeerd bezig was, voel je je 'rijker'. Je hebt sommige van je collega's anders leren kennen en door je in het standpunt van de student te verplaatsen, worden je lessen beter. Thesis, antithesis en sythesis waarbij de synthese, zou Hegel zeggen, je op een 'hoger', niveau heeft gebracht.
Ik heb nooit erg gehouden van hoger, lager vergelijkingen. Hoger, lager was een populair Vlaams spelprogramma, dat vanaf 12 januari 1983 tot 5 januari 1989 op BRT1 te zien was. Ik zou eerder spreken van een 'rijker' niveau. De term 'rijker' is ook misleidend, want het gaat hier niet over geld.
De veelvoud van taken, die ik met nieuwe middelen moet uitvoeren, is overrompelend. Ik word er op sommige momenten duizelig van en onzeker. Maar na een intense ronde van vraag en antwoord op het forum, is er toch de ervaring van een fijn contact met de deelnemende studenten. Het contact is natuurlijk anders dan tijdens de lessen op school. Maar als er na de inspanning om schriftelijk vragen te stellen en schriftelijk antwoorden te geven op een forum, het probleem, na veel onzekerheid, uiteindelijk toch wordt opgelost, is het feest. Tot 10 minuten later een nieuw probleem op het forum wordt gepost... Maar ondertussen heb je samen met de studenten geleerd dat je op die moeizame manier ook tot een oplossing kan komen.
Ook het online meemaken van een teamoverleg in het bedrijf waar de studenten stagelopen, is, tot mijn verbazing, een bron van genoegdoening gebleken.
Zaken waar ik eerst zeer tegen op zag, blijken, één keer ik de eerste moeizame stap hebt gezet, een verrijking.
De laagste prijs, mijn gedacht
In deze coronatijden is er ruimte zat in De Standaard en De Morgen om opinie- en analysestukken te publiceren.
Ik betrap me erop dat ik met plezier aan artikels begin waarvan de titel suggereert dat de schrijver mijn mening deelt. Ik stel ook vast dat ik de neiging heb om artikels van een auteur die ik niet moet hebben, links te laten liggen.
Alhoewel praktisch dezelfde woorden in titel van de beide artikels staan. Het eerste spreekt me aan en het tweede staat me tegen. En als ik dan nadenk over het waarom, kom is tot de onaangename vaststelling dat het eerste me naar de mond praat en het tweede mij tegenspreekt.
Ik verwijs enerzijds naar het artikel van Inge Schelstraete, Groene fanbasis kwaad over nieuwe film Michael Moore, Alweer een ongemakkelijke waarheid, De Standaard, 30 april 2020 en anderzijds het artikel van Maarten Boudry en Hidde Boersma, De onwelgevallige waarheid die liefhebbers van lokaal en biologisch voedsel weigeren te erkennen, De Morgen, 14 mei 2020.
In de titel van het ene artikel staat 'ongemakkelijke waarheid' en in de titel van het andere staat 'onwelgevallige waarheid'. En de groep, die deze onwelvallige waarheid niet wil erkennen, lijkt dezelfde, namelijk de groene fanbasis. Toch op het eerste gezicht.
De vooruitgangdenkers en de 'progressieve jongens'
Maarten Boudry en Hidde Boersma noemen zichzelf in het artikel vooruitgangsdenkers. Hun hooghartigheid stoort mij:
Wij vooruitgangsdenkers lusten ook weleens een flesje port van biologisch geteelde druiven. Desnoods blootsvoets geplet op ambachtelijke wijze, waarom niet? Een gevoel van verbondenheid met de natuur en met het voedsel dat aan onze aarde ontspruit, geeft kleur en smaak aan het leven.
Ze gaan ervan uit dat mensen die kritiek hebben op de globalisering, in wezen niet weten waarover ze het hebben. Het zijn snobs, die zoals ze aangeven, rijk genoeg zijn om port van biologisch geteelde druiven te drinken. En die snobs weten niets van statistieken.
En die statitistieken leert hen een onwelvallige waarheid. Welke waarheid?
Maar er is een onwelgevallige waarheid die de liefhebbers van lokaal en biologisch voedsel weigeren te erkennen: het zijn luxeproducten voor rijke westerlingen die het zich (soms) kunnen veroorloven. De gedachte dat je er acht miljard mensen mee kunt voeden, is een wensdroom. Tenzij je nog drie vruchtbare planeten op overschot hebt. Lokale landbouw heeft bestaansrecht, zeker, maar als nichemarkt.
Hun argumenten worden gestaafd door wetenschappelijke artikels. En interessant is dat is dat je meteen kan doorklikken naar de bron. Het is een plezier om een tekst te lezen die echt gebruik maakt van hyperlinks.
Ze ontwikkelen de volgende redenering:
- Het model van zelfvoorzienende en lokale landbouw kan slechts een klein gedeelte van wereldbevolking voeden, nog geen derde. Het bewijs hiervoor zijn de statistieken in een recente studie in Nature.
- Kleinschalig en lokaal is slechter voor de natuur dan grootschalig en globaal. Het is niet de afstand die voedsel in de handel aflegt die voor de grootste vervuiling zorgt, het is de landbouw zelf. De afstand die voedsel aflegt van boer naar consument is verantwoordelijk voor hooguit 10 procent van de totale uitstoot, bij koeienvlees zelfs maar 0,5 procent.
- Meer bomen is de meest effectieve en natuurlijke klimaatmaatregel. Door nieuwe technologieën te gebruiken kan de opbrengst per oppervlakteeenheid vergroot worden en kan er dus ruimte vrijkomen voor herbebossing. Door deze technologieën niet te gebruiken gaat de beschikbare aardoppervlakte vernietigd en gefragmenteerd worden ten nadele van de biodiversiteit.
- We moeten niet terug naar ambachtelijke landbouw. Uit onderzoek van Oxfam Novib uit 2014 blijkt dat de industriële landbouw zorgt voor een gezond, divers, betaalbaar en overvloedig voedselsysteem.
- En tenslotte het is niet de landbouwproductie die ongezond is, maar de verwerking: ultrabewerkt voedsel is een belangrijke oorzaak van welvaartsziektes.
- Besluit: Het is een hardnekkige misvatting dat een geglobaliseerd, industrieel landbouwmodel het meest belastend is voor natuur en klimaat.
En dan volgen er enkele meningen:
Wat ons – als progressieve jongens – het meest tegen de borst stoot, is het idee dat er iets verkeerd is met goedkoop voedsel. De voortdurende daling van voedselprijzen dankzij globalisering en modernisering is een onverdeelde zegen voor de mensheid, vooral voor de allerarmsten. Want hoe minder geld je moet uitgeven aan voedsel, hoe meer je overhoudt voor andere spullen, en om pakweg je kinderen naar school te sturen.
Voor Boudry en Hidde Boersma is het business as usual. Mits een kleine correctie:
Natuurlijk vinden wij ook dat de verborgen kosten van voedsel (broeikasgassen bij productie en transport) in de prijs verrekend moeten worden en zijn we daarom gewonnen voor een universele koolstofbelasting.
Diegenen die zich tegen de globalisering verzetten zijn ' gruwelijk elitair en egoïstisch' en beseffen niet wat de laagste prijs voor de arme mensen betekent:
Maar de gedachte dat goedkoop voedsel an sich verkeerd is, is een gruwelijk elitair en egoïstisch idee dat zich ten onrechte vermomt als progressief en dat alleen kan bedacht zijn door lieden die nooit naar het prijsetiket hoeven te kijken als ze voedsel uit de winkelrekken halen. Als deze mensen, net zoals wij, graag ambachtelijke kazen uit eigen streek aansnijden en dure groentjes op een biomarkt inslaan, dan moeten ze dat vooral blijven doen. Maar laten we niet gaan snoeven dat het voedsel voor het gewone plebs niet duur genoeg is.
Ik vind de toon van de laaste paragrafen in het artikel onwelgevallig. Maar is dat omdat ze een onwelgevallige waarheid bevatten? Ik denk het niet. Het is dat deze retoriek fel afsteekt tegen de strakke logica van de redenering die eraan voorafgaat en die wel degelijk gedragen wordt door wetenschappelijke artikels. Ik zie geen direct verband tussen de statistieken en de bewering dat diegenen die zich tegen de globalisering verzetten ' gruwelijk elitair en egoïstisch' zijn en niet beseffen wat de laagste prijs voor de arme mensen betekent. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat ze niet goed geïnformeerd zijn en de volgende stellingen eens nader moeten onderzoeken:
- het in vraag stellen van het model van zelfvoorzienende en lokale landbouw;
- het is niet de afstand die voedsel in de handel aflegt die voor de grootste vervuiling zorgt, het is de landbouw zelf;
- meer bomen is de meest effectieve en natuurlijke klimaatmaatregel en dus minder landbouwgrond
- de industriële landbouw zorgt voor een gezond, divers, betaalbaar en overvloedig voedselsysteem;
- de verwerking van de landbouwproductie is ongezond, niet de productie zelf
Uiteindelijk ben ik blij dat ik mijn afkeer voor het artikel heb overwonnen. De artikels waarnaar verwezen wordt zijn bijzonder interessant. Ik heb er veel uit geleerd. En de manier waarop die als hypertext zijn geïntegreerd, is iets wat m.i. navolging verdient.
Uit zo'n artikel blijkt nogmaals dat de stap van statistiek naar politiek en ethiek bijzonder moeilijk is. Hoe wetenschappelijk de artikels waarnaar verwezen wordt ook mogen zijn, het besluit van de auteurs blijft een mening. Er is geen rechtstreeks verband tussen de wetenschappelijk artikels en het besluit. Ze gebruiken de wetenschap als waarborg voor hun mening. Ook de hooghartige toon draagt ertoe bij dat het slechts een mening is.
De vraag die bij me opkomt in de discussies over de laagste prijs is de vraag waarom het dan niet gratis is. Is dat niet dé laagste prijs bij uitstek.
Bronnen
- Lotte Beckers, Interview met Peter De Keyzer en Bea Cantillon, ‘Dat hele winkelhieren, daarmee schieten we ons in eigen voet’, De Morgen, 16 mei 2020
- Maarten Boudry en Hidde Boersma, De onwelgevallige waarheid die liefhebbers van lokaal en biologisch voedsel weigeren te erkennen, De Morgen, 14 mei 2020
- Pieter Boussemaere De planeet heeft niets aan doemdenkers, Doemverhalen zijn even schadelijk als klimaatontkenning. Angst maakt ons blind voor oplossingen., De Morgen, 14 mei 2020
-
Inge Schelstraete, Groene fanbasis kwaad over nieuwe film Michael Moore, Alweer een ongemakkelijke waarheid, De Standaard, 30 april 2020
Michael Moore heeft een documentaire gemaakt over de kritiekloze manier waarop alternatieve energie wordt onthaald en het commerciële opportunisme waarmee de industrie ze pusht. Zelfs fans van Moore zijn dit keer ongelukkig.
-
Jan Stevens, Interview De 'groene leugen' doorprikt: als ecologie niet meer dan een marketingtruc is, De Morgen, 6 december 2018
Personnages
- Hidde Boersma is publicist en coauteur van Ecomodernisme: het nieuwe denken over groen en groei.
- Maarten Boudry is filosoof en auteur van Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat.
- Bea Cantillon
- econoom Peter De Keyzer
- Inge Schelstraete